Gepubliceerd op 2 oktober 2017

De kloof tussen theorie en praktijk wordt gedicht

Het beroepsonderwijs speelt steeds sneller en beter in op veranderingen binnen de arbeidsmarkt. Het ROC West-Brabant heeft bijvoorbeeld een aantal succesvolle samenwerkingsverbanden met het regionale bedrijfsleven ontwikkeld om leerlingen en studenten direct relevante werkervaring te laten opdoen. Ook het toenemend belang van drie D printing en robotisering wordt in de onderwijsprogramma’s meegenomen. De kloof tussen theoretische kennis en praktische vaardigheden – dé grote klacht van ondernemers – wordt niet langer breder maar juist smaller.

De economie groeit en dat heeft zijn weerslag op de vraag naar geschoolde arbeidskrachten. Het is niet verrassend dat die vraag het sterkst is gestegen in sectoren die de achterstand van de voorbije crisisjaren moeten inhalen, waaronder de bouw en de installatietechniek. Het is wel verrassend dat zoveel ouders nog steeds menen dat enkel een hogere opleiding hun kinderen werk kan garanderen, terwijl alle cijfers erop duiden dat die werkzekerheid nu vooral is weggelegd voor jongeren met een mbo-diploma. Een voorbeeld uit vele: de windenergie kan de komende jaren tot tienduizend banen genereren. De meeste daarvan zijn voor mbo-geschoolde monteurs die het onderhoud van de duizenden molens op zee en op land zullen verzorgen. De grootste angst van de investeerders is dat ze onvoldoende geschoolde monteurs zullen kunnen vinden. “Het imago van vuile handen en lage lonen blijft een hardnekkig leven lijden”, zegt Rob Neutelings, voorzitter van de Raad van Bestuur a.i. van ROC West-Brabant. “In werkelijkheid hebben de meeste mbo’ers van nu een afwisselend beroep en verdienen ze een heel goede boterham.”

Leren en werken tegelijk
De crisis heeft ervoor gezorgd dat veel minder leerlingen kozen voor een richting die opleidde voor een baan in de sterkst getroffen sectoren, zoals de bouw en het transport. Dat verklaart een deel van het tekort. “Helaas zijn tijdens deze jaren ook mooie combinaties tussen werken en leren minder populair geworden, zoals de BBL. Daarbij gaan leerlingen één dag in de week naar school en zijn ze de vier andere aan het werk. Dat verklaart een ander deel van de terugloop, want een deel van de jongeren vindt de combinatie van leren en werken veel aantrekkelijker dan een traject waarin ze wat meer aan de schoolbanken gekluisterd zijn”, vult Rob Neutelings aan. “Dat type onderwijs blazen wij nu weer nieuw leven in.”

Werkveldadviesraden
Daarmee in lijn te houden, kent het ROC West-Brabant zogenaamde docentenstages, tijd in het rooster waarin de docenten zich kunnen oriënteren bij bedrijven. De diverse mbo-scholen hebben daarnaast hun eigen netwerken in de steden waarin ze gevestigd zijn, zodat ook op andere niveaus tot een continue en vruchtbare uitwisseling van kennis en inzichten wordt gekomen. Ondernemers en managers hebben zitting in werkveldadviesraden; bij bepaalde proeven van bekwaamheid worden de examinatoren niet alleen uit de wereld van het onderwijs maar ook uit die van het bedrijfsleven aangetrokken. “De input van een ondernemer is heel waardevol voor de inrichting van onze onderwijstrajecten. De samenwerkingsverbanden die we zijn begonnen getuigen daar stuk voor stuk van”, aldus Rob Neutelings. “Zo hebben we bij het Cingel College de opleiding hospitality/entertainment waar Holland Casino mede invulling aan geeft. Ook met Vacansoleil is er die nauwe samenwerking, onder andere via gastlessen en stagemogelijkheden in binnen- en buitenland. Maar die input is op zijn best als de ondernemer zich gewoon op zijn corebusiness blijft concentreren en van daaruit steunt en adviseert. De ondernemer die een bedrijfsschool begint, riskeert op zijn manier de kloof tussen theorie en praktijk weer breder te maken in plaats van smaller.”

Wendbaar onderwijs
De overheid staat niet afkerig tegenover dit soort samenwerkingsverbanden, integendeel. Via bijzondere stimuleringsprogramma‘s als Regionale Investerings Fondsen (RIF) draagt ze een derde van de benodigde financiering bij aan geselecteerde publiek-private samenwerkingsverbanden. De rest is voor het onderwijs en voor het bedrijfsleven. Het ROC West-Brabant kent dit soort projecten in de zorg, de culturele sector, de bouw, de logistiek en de techniek. Daarmee verhoogt het ROC de kwaliteit van het beroepsonderwijs en vergroot het tegelijk de kans op een stageplek en baan voor de afgestudeerde. Toch zouden pessimisten kunnen aanvoeren dat deze initiatieven weer onder vuur komen te liggen als de robotisering het werk voor de voeten van afgestudeerden gaat wegmaaien. Volgens Rob Neutelings getuigt een dergelijk pessimisme vooral van een stagnerend denken. “Er blijft altijd werk, maar het zal niet op een statische manier hetzelfde zijn. Daarom moeten we de impact van bijvoorbeeld 3 D printen of de Biobased Economy expliciet meenemen in onze opleidingen, maar ook meer dan nu open staan voor volwassen werknemers en afgestudeerden die zich verder willen ontwikkelen. We verwachten van de werknemer dat hij wendbaar is en zijn vaardigheden constant door ontwikkelt. Dan kan het beroepsonderwijs niet anders doen dan daarin volgen en net zo wendbaar zijn. We leiden op voor de toekomst, ook voor werk dat over tien of twintig jaar gegarandeerd een andere invulling zal hebben dan nu.” «

Voor meer informatie, ga naar www.rocwb.nl

Onze partners