Gepubliceerd op 14 december 2019

Vitaliteit maakt bedrijven toekomstbestendig

Vitaliteit op de werkvloer is een belangrijk thema in deze tijd van arbeidskrapte. Bij HAN Seneca, het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), weten ze er alles van. Daar vond het tafelgesprek plaats over vitaal ondernemen.

Gezamenlijk hebben wij hetzelfde doel: mensen fitter en bedrijven vitaler maken!

Een organisatie is vitaal als er sprake is van een cultuur en bedrijfsvoering waarin de fysieke, mentale en emotionele gezondheid van mensen als cruciaal gezien wordt voor de performance van de onderneming. Dat lijkt een vanzelfsprekendheid, maar is het niet, volgens Kasper Bakker, programmamanager sociale innovatie binnen afdeling Sport en Bewegen van de HAN. Hij signaleert een paradox: zowel medewerkers als werkgevers hebben er een groot belang bij, maar toch ligt telkens de vraag op tafel wie ervoor verantwoordelijk is. Kasper Bakker: “Er is aangetoond dat investeren in de vitaliteit van personeel voor beide partijen wat oplevert. De ondernemer ziet een verbeterde inzet van zijn personeel en de medewerker gaat met meer plezier naar zijn werk. Probeer dus uit die discussie te blijven over de verantwoordelijkheid en werk vanuit de aanname dat het voor beide partijen relevant is. In Scandinavië is de wederzijdse meerwaarde van vitaal ondernemen al langer onderkent en wordt er door alle partijen actief op ingezet.”

Grete Visser is wethouder onderwijs welzijn en zorg bij de gemeente Nijmegen. Onlangs sloten 37 Nijmeegse organisaties in het bijzijn van staatssecretaris Blokhuis een lokaal preventieakkoord. Hierin spraken zij af dat ze actief een gezonde leefstijl bij medewerkers, leerlingen, cliënten en patiënten stimuleren. Een rookvrije omgeving, meer bewegen, gezond eten en bewustwording van de risico’s van alcohol- gebruik zijn de prioriteiten. Het uiteindelijke doel van het akkoord is de fysieke en mentale gezondheid van Nijmegenaren aanzienlijk te verbeteren.

Grete Visser: “Vitaliteit écht geaccepteerd krijgen is een kwestie van lange adem. Een paar decennia geleden stond de meester nog met een sigaar voor de klas. Dat is echt niet meer van deze tijd. Er is een rookvrije generatie. Nu is de slogan ‘zitten is het nieuwe roken’ en investeren we in beweging. Het kost dus tijd voor we het met z’n allen door hebben. Opvoeden speelt ook een belangrijke rol. Als je gewend bent aan dagelijks friet, dan is het behoorlijk omschakelen naar gezonde voeding. Ik zou graag die appels op school zien, maar ook in de kantine van de DAR, waar pa werkt.”

Zevenheuvelenloop

Directeur van Stichting Zevenheuvelenloop Alexander Vandevelde komt uit het bedrijfsleven. Hij is verantwoordelijk voor de Zevenheuvelenloop maar vindt het ook belangrijk om in het bedrijfsleven aanwezig te zijn om mensen te helpen met voeding, hardlopen, mentale weerbaarheid en zingeving. Bij bedrijven houdt de stichting daartoe sessies met hardlopen en gezond eten en als afsluiter deelname aan Stevensloop, Mariekenloop of Zevenheuvelenloop. In alle groepen zitten mensen die voor het eerst meedoen. Alexander Vandevelde: ”Als je als werkgever die activiteiten ter bevordering van vitaliteit wel even gaat regelen voor je werknemer dan vind ik dat grensoverschrijdend gedrag. Dat roept weerstand op. Mensen willen best veranderen, maar niet veranderd worden. Je moet de verantwoordelijkheid dus laten waar die thuis hoort. Bij onze trainingssessies zie je drie groepen: 15 % raakt geïnspireerd en gaat ermee aan de gang, 15 % denkt laat maar zitten, ’t is niks voor mij en 70 % doet er iets mee maar die heeft wel ondersteuning nodig om het voort te zetten.”

Saïd Achouitar is eigenaar/uitvoerder van FC Social Work. Die organisatie zet sport in als middel om jonge drop-outs weer werk- en leeffit te maken. Samen met het Werkbedrijf runt hij ook een dergelijk project. Het gaat om jongeren die school verlieten zonder startkwalificatie. Ze willen niks meer en slapen uit tot de tijd dat de gemiddelde werknemer thuis komt van zijn werk. Dat vraagt volgens Saïd Achoutar om een onorthodoxe aanpak: “Ik geloof erin dat mensen een andere mindset krijgen als je ze in beweging brengt. Dan gebeurt er iets in hun bovenkamertje waardoor ze een andere drive krijgen in het leven. Ze komen beter in hun vel en zijn eerder geneigd om dat extra stapje te zetten richting school of hulpverlening.” Saïd Achouitar ziet dat aan de onderkant van de maatschappij nog weinig bewustwording is over een gezonde
levensstijl. Daar regeert het patatje oorlog nog.

“Men weet niet anders. Heeft ook andere dingen aan het hoofd, zoals schuldenproblematiek. Opleidingsniveau is ook van invloed. Ik zie de mbo’ers in hun pauze een frietje halen op het station terwijl de hbo’ers hun trommeltje met gezonde voeding open maken. Je moet in al die gevallen maatwerk leveren om duurzame verandering te realiseren.”

Opbrengst

Voorkomen van een ongezonde levensstijl is beter dan voor veel geld de gevolgen ervan te moeten genezen. Toch krijgt Alexander Vandevelde van veel partijen in met name de zorgsector te horen dat er geen geld is voor preventie. Hij zegt: “Al die artsen weten dat preventie meer oplevert dan het curatieve stuk achteraf en ze zijn allemaal gefrustreerd omdat ze alleen financiering krijgen voor dat curatieve deel.” Grete Visser denkt dat dat tij aan het keren is. Een belangrijke motivatie om mee te doen is volgens haar dat partijen inzien dat daarmee de zorgkosten in het land omlaag gaan. Onderzoekers zijn bezig om die relatie tussen preventie en minder zorgconsumptie met cijfers te staven.

”Lekker in je vel zitten. Dat is wat je wilt”

Otwin de Wit is HRM manager bij A.Hak, een familiebedrijf met 1500 medewerkers, dat zich in binnen- en buitenland bezig houdt met ondergrondse infrastructuur. In de praktijk is dat de aanleg van pijpleidingen voor gas, water en olie in eigen land, Europa en het MiddenOosten. Otwin de Wit: “In Nederland hebben onze medewerkers jaren lang gasleidingen aangelegd en nu moeten we met z’n allen van het gas af. Zo’n veranderingsproces vraagt nogal wat van mensen. Die denken: ik moet nog 20 jaar werken, wat betekent dat voor mij? Ze kijken soms ook raar op als je vertelt dat de bouwkeet vol bouwvakkers in de toekomst bevolkt wordt door een man in overhemd en met een laptop. Wat mij betreft is vitaal ondernemen vooral zinvol als het bijdraagt aan de wendbaarheid die werknemers en organisaties nodig hebben om om te kunnen gaan met het veranderende werkveld.

Daar zit een preventief aspect aan. Door ze goed voor te bereiden is minder uitval te verwachten. Ik zoek overigens nog steeds naar harde cijfers: vitaliteitsprogramma graag, maar wat levert het op? Uiteindelijk gaat het bij ieder bedrijf om de marges, het verdienen van geld. Het zou helpen als we de winst van vitaliteitsprogramma’s zichtbaarder kunnen maken.” Grete Visser: “In het verpleegtehuis levert het minder ziekteverzuim op. Het effect is er, als je de ruimte geeft voor bijvoorbeeld fitness op het werk. Garanties zijn er overigens nooit.” Alexander Vandevelde: “Er is een risico, maar dat is ook inherent aan het ondernemen.” Kasper Bakker: “Opbrengsten van gemiddelde vitaliteitsprogramma’s zijn wel onderzocht. Ze laten vaak zien dat elke geïnvesteerde euro meer opleveren voor een organisatie. Het is echter context afhankelijk. Je hebt geen garanties, maar dat heb je als ondernemer eigenlijk zelden bij strategische keuzes. Je weet wel dat het een kansrijke route is. Volgens mij moeten we meer zo gaan denken. Geen beloftes doen.”

Kanteling

Marco Kleinnibbelink is managing director en mede-eigenaar van reclame- en communicatiebureau Puntkomma. Het bedrijf bouwt websites en Apps. De voornaamste dienst is arbeidsmarktcommunicatie, met name in zorg, onderwijs en techniek. Hij noemt de roep om nieuw personeel als motief om aan vitaal ondernemerschap te doen: “Ik zit vaak aan tafel bij bedrijven die geen geschikt personeel kunnen vinden. Zonder medewerkers kun je je werk niet leveren en volgt faillissement. Dat is voor hun een aanleiding om naar vitaliteit op de werkvloer te gaan kijken. Dat kan gaan om het aanbieden van sportfaciliteiten tot flexibel werken. Jonge werknemers voelen zich ertoe aangetrokken.” Niet iedere bedrijfstak kan omgaan met de flexibiliteit die nodig is voor vitaal ondernemen. Neem maakindustrie en techniek in teamverband. Daar liggen werkprocessen vrij vast. Dan moeten werknemers na werktijd of in de pauzes iets gezonds gaan doen en daar zitten ze niet op te wachten. “Het is heel lastig om daar een kanteling te krijgen”, weet Marco Kleinnibbelink. Traditionele bedrijven moeten wennen aan de nieuwe manier van bedrijfsvoering. Hij noemt als voorbeeld een advocatenkantoor op de Zuidas dat vergrijsde. Het wilde jonge advocaten aantrekken en ging toestaan dat er veel ruimte was om zelf de werktijd in te delen. Dat werkte prima tot duidelijk werd dat het middenkader zich er niet mee verbonden voelde. Er is toen een plan opgesteld om ze mee te krijgen in de meer vitale manier van omgaan met de balans tussen werk en privéleven.

”Werken aan vitaliteit maakt een bedrijf toekomstbestendig”

“We houden intensieve brainstormsessies bij bedrijven om samen te bedenken hoe het anders kan. Die nieuwe manier van werken accepteren kost tijd”, weet hij. Kasper Bakker: “Bedrijven moeten omdenken en als ze de meerwaarde zien, gaan ze de werkproces wel aanpassen. Bij onze HAN Sportkunde-studenten gaat een groot deel van de afstudeerstages over gezondheid om het werk. Die komen ook bij bedrijven waar gezondheid en vitaliteit minder vanzelfsprekende onderwerpen zijn. Veranderingen bewerkstelligen is daar inderdaad uitdagend.”

Bedrijfssport

Bas Spijkerman is manager bedrijfssport bij de recent opgerichte Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk!. VNO-NCW en MKB-Nederland willen met deze nieuwe stichting vorm en inhoud geven aan projecten met een maatschappelijke toegevoegde waarde voor, door en namens ondernemers. Er worden gezamenlijke activiteiten georganiseerd voor een optimale vitaliteit van de meer dan 8 miljoen werkenden van de aangesloten ondernemingen van VNO-NCW en MKB-Nederland. Onderdelen waarop onder andere gefocust gaat worden zijn vitaal bedrijf (in nauwe samenwerking met VWS en SWZ), bedrijfssport en de European Company Sport Games, de olympische spelen voor bedrijfssport, die in 2021 in Gelderland plaats gaan vinden.

Bas Spijkerman denkt dat het opleggen van een gezonde leefstijl niet veel zin heeft: “Intrinsiek gedragen gedrag is bestendiger dan gedwongen gedrag. Maar de werknemer heeft wel de verantwoordelijkheid om binnen zijn arbeidscontract het werk zo goed en fit mogelijk uit te voeren voor zijn betalende werkgever. Als werkgever mag je verwachten dat werknemers daar zelf mee bezig zijn. Omgekeerd mag de werknemer van werkgever vragen dat die voor een gezonde stimulerende werkomgeving zorgt.” Hij ziet het als een gezamenlijk belang om werknemers ervan te doordringen dat ze bijvoorbeeld in de pauze niet opnieuw moeten gaan zitten maar juist iets actiefs moeten gaan doen. Hij denkt aan kleine interventies als: prullenbakken bij bureaus verwijderen zodat mensen in beweging moeten komen om iets weg te gooien, naar collega’s toe lopen in plaats van intern bellen en elkaar stimuleren om vaker de trap te nemen. “Het zit ‘m in werknemers bewust maken van de relatie tussen langer werken, later pensioen en fit blijven. Gezamenlijk hebben wij hetzelfde doel: mensen fitter en bedrijven vitaler maken! Dat doel is mede haalbaar door bedrijfssport.”

Rolmodel

Grete Visser: “Het is ook heel belangrijk is om het goede voorbeeld voor te leven. Ik neem altijd de trap. Ik kom op de fiets. Collegeleden moeten niet staan roken bij de voordeur van het gemeentehuis. Goed voorgaan doet goed volgen. En kijk wat er kan. Staand vergaderen bijvoorbeeld.” Alexander Vandevelde vertelt over een groot accountantskantoor waar de directeur aan hardlopen deed. Geïnspireerd door dat voorbeeld gingen meer medewerkers meedoen tussen de middag. Dat de werkelijkheid weerbarstig is blijkt uit het geval van de sportende directeur bij een ander bedrijf, waarvan medewerkers zich afvroegen of hij niks beters te doen had.

Said Achouter: “Als je dingen bij mensen wilt veranderen moet je goed kunnen inzoomen op hun leefomgeving. Dus zet een aansprekend rolmodel uit de straatcultuur naast jongeren die in die scene zitten. Vertrouwen geven en je zal zien dat de kleine stappen grote stappen worden. Lekker in je vel zitten. Dat is wat je wilt.”

Otwin de Wit komt tot slot van het gesprek nogmaals terug op de noodzaak van vitaal ondernemen en duurzame inzetbaarheid: “Ook voor A.Hak geldt een dreigend tekort aan gekwalificeerd personeel. Nederland vergrijst, de werkomgeving verandert vanwege digitalisering en innovaties. Dan is wendbaarheid echt een thema. Het vermogen tot aanpassen van zowel werknemers als organisatie is in het geding. Hoe houden we personeel binnen en inzetbaar? We hebben iedereen keihard nodig om de energietransitie te realiseren.”

“Werken aan vitaliteit maakt een bedrijf toekomstbestendig”, concluderen de aanwezigen.

In Nijmegen bestaat de beweging Groen Gezond en in Beweging. Een platform van Radboud UMC, GGD Gelderland zuid en gemeente Nijmegen. Op de website is informatie te vinden over het Lokaal Preventie Akkoord en tips voor vitale werknemers. https://wijzijngroengezondeninbewegingnijmegen.nl/nieuws/

Tekt: Paul de Jager // Fotografie: Sharon Willems

Onze partners